A, B & C Diplomering

A Diploma mijlpalen
Gekleed in zwemkleding, T-shirt, lange broek en schoenen

Te water met een sprong naar keuze, waarbij de zwemmer geheel onder water gaat. Vervolgens watertrappelend een draai van 360 graden maken, waarbij de zwemmer om zich heen kijkt. Daarna onder water zwemmen: onder een zwembadlijn of zwemnoodle door, zonder dat de zwemmer deze aanraakt

Aansluitend wordt een erkende borstslag (voorkeur: schoolslag) over een afstand van 25 meter gezwommen, gevolgd door een erkende rugslag (voorkeur: enkelvoudige rugslag) over eveneens een afstand van 25 meter.

Daarna klimt de zwemmer zelfstandig het water uit, zonder gebruik te maken van een trap. Indien er een hoge kant is, mag er eerst op een drijvende mat geklommen worden.

Gekleed in zwemkleding

Te water duiken, waarbij de zwemmer geheel onder water dient te gaan. Vervolgens oriënteert de zwemmer zich onder water door iets te pakken, aan te raken of ergens doorheen te zwemmen. Dit voorwerp dient zich op 3 meter afstand van de kant te bevinden, op een minimale diepte van 1 meter. Aansluitend wordt de schoolslag over een afstand van 50 meter gezwommen. De zwemmer klimt over een mat en zwemt verder met een rugslag over een afstand van 50 meter. De zwemmer klimt zelfstandig het water uit, zonder gebruik te maken van een trap.

Te water met een startsprong, waarna de zwemmer 3 seconden in gestrekte houding blijft drijven. Aansluitend wordt met borstcrawl – een afstand van 8 meter- gezwommen.

Vanuit het water rugwaarts, met een tweebenige afzet tegen de kant, wordt een rugcrawl – een afstand van 6 meter – gezwommen.

Op minimaal 3 meter vanaf de kant ligt een boot/mat in het water. De zwemmer gaat met een hurk- of schredesprong te water, klimt op de boot/mat en gaat rugwaarts aan de andere zijde er weer af. Vervolgens zwemt de zwemmer naar de kant, waardoor een in het water liggende hoepel of band geklommen dient te worden. Hierna mag de zwemmer op de kant klimmen.

Te water met een potlood sprong, waarna de zwemmer gaat watertrappen: gelijkzijdig gedurende 1 minuut. Tussendoor (bij ongeveer 30 seconden) moet de zwemmer rechtstandig onder water gaan, waarbij wordt uitgeblazen. Daarna gaat de zwemmer door met watertrappen.

Examens

Wanneer zijn de (proef) examens?

Bij Happy Swim hebben we elke maand examens, behalve in december.

Elke maand is er in de -een na laatste- week op onze locaties te Vlijmen en Uden proefexamen en in de laatste week vindt het examen plaats.

Soms moeten we van die data afwijken i.v.m. vakanties of speciale dagen. Dan zullen we de kinderen die op de nominatie staan voor het examen daarvan tijdig op de hoogte brengen!

Wij diplomeren volgens de Envoz International richtlijnen
Email ons nu
Liever meteen persoonlijk contact?
B Diploma mijlpalen
Gekleed in zwemkleding, shirt met lange mouwen, lange broek en schoenen

Te water met een halve draai om de lengteas, waarna 15 seconden watertrappen.

Aansluitend wordt een erkende borstslag (voorkeur: schoolslag) over een afstand van 50 meter gezwommen. Ga onder een mat door en zwem aansluitend met een erkende rugslag (voorkeur: enkelvoudige rugslag) over eveneens een afstand van 50 meter.

Daarna klimt de zwemmer zelfstandig het water uit, zonder gebruik te maken van een trap.

Gekleed in zwemkleding

Duiken, geheel onder water… Vervolgens oriënteert de zwemmer zich onder water door iets te pakken, aan te raken of ergens doorheen te zwemmen. Dit voorwerp dient zich op 6 meter van de kant te bevinden, op een minimale diepte van 1,25 meter. Aansluitend schoolslag over een afstand van 100 meter.. Door een hoepel op minimaal 1 meter diepte, klimt direct over een mat en laat zich er rugwaarts vanaf vallen.

Verder met rugslag 75 meter. Klimt zelfstandig het water uit, zonder gebruik te maken van een trap.

Te water met een startsprong, waarna de zwemmer 3 seconden in horizontale ligging uitdrijft. Aansluitend borstcrawl) – een afstand van 10 meter gezwommen.

Te water met een schredesprong of hurksprong, terug naar de kant en zet zich op de rug vanuit het water met beide benen af tegen de kant. De zwemmer drijft vervolgens met een gestrekt lichaam 3 seconden uit en zwemt daarna rugcrawl – een afstand van 10 meter.

Op minimaal 3 meter vanaf de kant ligt een boot/mat in het water met daarop enkele zwemmers. Eén zwemmer valt zijwaarts of achterover in het water en vervult de rol van ‘drenkeling’. De andere zwemmers op de boot vervullen de rol van ‘redders’, waarschuwen elkaar en roepen een op de kant staande volwassene aan. De ‘redders’ werpen/reiken vervolgens een zwemnoodle (of ander zacht, drijvend hulpmiddel) naar/aan de ‘drenkeling’ en helpen deze aan boord.

Te water met een hurksprong en zwemmen naar de omgeslagen boot/mat (met een band eronder). De zwemmer gaat onder de boot en blijft daar 5 seconden. Vervolgens laat de zwemmer zich onder water zakken en zwemt naar een pylon die 2 meter verder op een diepte tussen de 1,30 en 1,80 meter op de bodem staat.

Te water met een rol en gedurende 1,5 minuten watertrappen, waarbij elke zwemmer zich 20 seconden met een drijfhulpmiddel, (zoals een PET-fles of bal) drijvende mag houden om uit te rusten om daarna weer door te gaan met watertrappen.

Specificaties

Wat te doen bij een medische indicatie?

Als er sprake is van een medische indicatie zal onze beoordelingscommissie beslissen – in overeenstemming met de eisen van Happy Swim – of je kind, met enige aanpassing, in staat is om aan al de uitvoeringseisen van het diploma te voldoen. Bijvoorbeeld door gebruik van een zwembril bij onderwaterorientatie of een andere vaardigheid voorleggen overeenkomstig aan de gestelde uitvoeringseisen. Wij verlenen GEEN vrijstelling voor bepaalde uitvoeringseisen.

Wij diplomeren volgens de Envoz International richtlijnen
Email ons nu
Liever meteen persoonlijk contact?
C Diploma mijlpalen
Gekleed in zwemkleding: sweater met lange mouwen, lange broek, schoenen en een jas

Te water met een val achterwaarts, waarna 15 seconden rechtop watertrappen. Er wordt een bal in het water gegooid op een afstand van ongeveer 2 meter. De zwemmer zwemt naar de bal en werpt deze naar de dichtstbijzijnde persoon op de kant.

Aansluitend schoolslag over een afstand van 100 meter: rond de 50 meter trekt de zwemmer de jas al zwemmend uit. Vervolgens onder een mat door, op een volgende mat, verlaat deze met een rol voorwaarts en zwemt aansluitend enkelvoudige rugslag over een afstand van 75 meter, waarbij de laatste 50 meter een bal meegenomen dient te worden (in kopgreep).

Bij de kant aangekomen, wordt de bal aan een op de kant staande persoon afgegeven en klimt de zwemmer op de kant zonder gebruik te maken van een trap.

Te water met een kopsprong, geheel onder water gaan. Vervolgens oriënteert het kind zich onder water door iets te pakken, aan te raken of ergens doorheen te zwemmen. Dit voorwerp bevindt zich op 8 meter van de kant, op een minimale diepte van 1,25 meter.

De zwemmer vervoert, door middel van een zwemnoodle/rescue tube, een mede zwemmer als ‘drenkeling’ over een afstand van 15 meter naar de kant. De afstand tussen de drenkeling en de redder moet ruim genoeg zijn, zodat ze elkaar niet vast kunnen pakken.

Twee zwemmers zitten op een boot/mat en vallen er vanaf via een achterwaartse rol. De boot drijft weg. Eén zwemmer speelt de rol van ‘drenkeling’, de ander die van ‘redder’. De redder zwemt naar de kant en klimt via een mat uit het water, pakt een werpzak/touw, gooit deze naar de drenkeling en trek hiermee de drenkeling naar de kant.

De zwemmer springt door een grote band in het water, zwemt onder water naar een volgende mat of een platliggend zeil met gat en klimt daarop. Omdat ‘oevers af kunnen brokkelen’ beweegt de zwemmer met een rollende techniek over de mat/zeil met gat om vervolgens op de kant te klimmen.

Gekleed in zwemkleding

Zwem op tempo in een erkende zwemslag een afstand van 25 meter.

Te water met een schredesprong of hurksprong en terugzwemmen naar de kant. Zwem vervolgens 50 meter in erkende rugslagen (enkelvoudige rugslag, rugcrawl) en 50 meter in erkende borstslagen (schoolslag, borstcrawl), waarvan minimaal 15 meter borstcrawl.

Met een potlood sprong te water en vervolgens over een afstand van 2 meter op de rug wrikken in de richting van het hoofd, daarna 2 meter in de richting van de voeten. Vervolgens 30 seconden gelijkzijdig watertrappen, 30 seconden ongelijkzijdig watertrappen, waarna nog 20 seconden met de benen stil en alleen armbewegingen. Daarna uit het water klimmen naar eigen keuze.